Staatssecretaris Jansen wil eerder besluit over eindberging radioactief afval

Het kabinet gaat in kaart brengen welke stappen moeten worden gezet om een besluit te nemen over de eindberging van radioactief afval. Dat besluit zou pas in 2100 genomen worden, maar het kabinet wil het naar voren halen. Dat schrijft staatssecretaris Chris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat, Openbaar Vervoer en Milieu) in een Kamerbrief in reactie op het rapport “Nu samen stappen maken” van het Rathenau Instituut.

In Nederland wordt radioactief afval (tijdelijk) bovengronds beheerd in Zeeland bij de Centrale Organisatie voor Radioactief Afval (COVRA). Het gaat dan om radioactief afval van bijvoorbeeld ziekenhuizen, wetenschappelijk gebruik, maar ook van de kerncentrale in Borssele. Op dit moment gaat dat nog om relatief kleine hoeveelheden: bij COVRA ligt ongeveer 110 m3 aan hoogradioactief afval opgeslagen. Jaarlijks komt er nu ongeveer 4,5 m3 aan hoogradioactief afval bij. Aan laag- en middelradioactief afval ligt er ongeveer 38.000 m3 opgeslagen en komt er jaarlijks 1.100 m3 bij. Met de komst van mogelijk vier nieuwe kerncentrales (of wellicht meerdere kleine kerncentrales) zullen deze hoeveelheden gaan stijgen, met hoeveel precies hangt af van de techniek die wordt gekozen.

De tijdelijke opslag van radioactief afval zoals dat bij COVRA gebeurt, is een bewezen veilige technologie. Maar deze tijdelijke opslag van radioactief afval is geen definitieve, langetermijnoplossing. In de Europese wetgeving wordt eindberging gezien als een noodzakelijke laatste stap bij het beheer van radioactief afval. Eindberging is het veilig voor mens en milieu opbergen van radioactief afval tot het niet langer gevaarlijk is. Nederland wilde altijd pas in 2100 een besluit nemen over eindberging, omdat er tegen die tijd waarschijnlijk meer kennis en ervaring is.

In het rapport “Nu samen stappen maken” adviseert het Rathenau Instituut om nu al na te denken over hoe een besluit over de eindberging van radioactief afval moet worden genomen en om inwoners te betrekken en te laten meedenken over welke beheeropties moeten worden onderzocht en ontwikkeld. De staatsecretaris omarmt de aanbevelingen van het Rathenau Instituut en gaat er mee aan de slag. Lees hier meer: op de rijksoverheid.nl