Veelgestelde vragen over de inpassing van twee nieuwe kerncentrales
Of er koeltorens komen hangt van een aantal dingen af. Ten eerste moet in beeld worden gebracht hoeveel koelwater er aanwezig is op de potentiële locaties die in de projectprocedure aanbod komen.
Deze resultaten worden medio 2024 verwacht.
Ten tweede moeten de potentiële ontwikkelaars onderzoeken of de hoeveelheid koelwater voldoende is om de centrales te kunnen koelen. Dat wordt in de technische haalbaarheidsstudies die in januari 2024 starten onderzocht. Tot slot wordt in de projectprocedure voor de ruimtelijke inpassing de koeloplossingen onderzocht, inclusief de effecten op het milieu en de omgeving. Deze procedure start naar verwachting begin februari. Wanneer deze informatie samen komt wordt een besluit genomen over de locatie en de beoogde koeloplossing. Uiteindelijk beoordeelt de vergunningverlener of de beoogde koeloplossing aan alle wet- en regelgeving voldoet.
Het onderzoek naar de koelwatercapaciteit en mogelijke maatregelen om voldoende te kunnen koelen wordt in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat uitgevoerd. De potentiële ontwikkelaars zullen vervolgens in hun haalbaarheidsstudies onderzoeken of een ontwerp zonder koeltorens technisch haalbaar is. In de eerste fase van de projectprocedure (de zogenaamde Verkenning) worden de effecten op het milieu en de omgeving in beeld gebracht, zodat een afgewogen keuze kan worden gemaakt. Hierop is inspraak mogelijk.
Halverwege 2024 verwachten we de resultaten van de koelwaterstudies. De resultaten van de haalbaarheidsonderzoeken waarin de potentiële ontwikkelaars onderzoeken of een ontwerp zonder koeltorens technisch haalbaar is worden in het najaar van 2024 verwacht. De eerste resultaten uit de onderzoeken en afweging die in de eerste fase van de projectprocedure plaatsvindt worden rond de jaarwisseling 2024/2025 verwacht.
De kerncentrales worden aangesloten op het Nederlandse hoogspanningsnet. Dit moet in samenhang gaan met de complete energie-infrastructuur, zoals de elektriciteit die door de windparken op zee worden geleverd en de extra netcapaciteit die nodig is. Dit hangt weer samen met de verduurzaming van de plaatselijke industrie, en gaat in samenspraak met lokale partijen. TenneT is de beheerder van het hoogspanningsnet. TenneT is gevraagd te onderzoeken of de toevoeging van de kerncentrales bij de Maasvlakte of bij Borssele kan leiden tot eventuele knelpunten op het hoogspanningsnet.
Het hoogspanningsnet bestaat voor een deel uit hoogspanningsmasten. Bovenstaand staat uitgelegd dat TenneT onderzoek doet of de kerncentrales op het hoogspanningsnet passen. Dit betekent ook dat we dat onderzoek moeten afwachten, voordat we weten of er extra maatregelen (zoals extra hoogspanningsmasten) nodig zijn. Hier kunnen we nu nog niets over zeggen.
In de technische haalbaarheidsstudies wordt bij het inventariseren van de benodigde ruimte voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales rekening gehouden met de rand van het Sloegebied. Voor de benodigde ruimte wordt er gekeken naar twee delen: de ruimte die nodig is na de bouw (het bedrijfsterrein) en de ruimte die nodig is tijdens de bouw ( bedrijfssterrein + bouwterrein).
In de Technische haalbaarheidsstudie zal voor het bedrijfsterrein (het gedeelte dat over blijft na de bouwperiode) enkel worden gekeken naar het terrein van EPZ. Daarnaast wordt er als uitgangspunt gebruikt dat alleen binnen het Sloegebied gezocht kan worden naar bouwterreinen. Pas als dat niet haalbaar is, worden voor- en nadelen van andere opties in kaart brengen. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van prefabricage in het buitenland.